BIJLAGE

De KNMG-documenten over euthanasie in de periode 2002-2018 zijn geanalyseerd. De analyse had als doel om overzicht te creëren in wat de KNMG door de jaren heen heeft geschreven over euthanasie bij dementie, met specifieke aandacht voor vergevorderde dementie. Op basis van vier vooraf bepaalde kernbegrippen die een rol spelen bij euthanasie bij dementie, zijn de documenten bestudeerd en vergeleken. Deze kernbegrippen zijn: lijden, communicatie, wilsonbekwaamheid en de wilsverklaring.

Conclusies
De belangrijkste conclusies uit deze analyse zijn:

  • Wanneer geen afstand wordt genomen van een eerder standpunt, is het niet duidelijk of dat standpunt nog onverminderd geldig is. Aanbeveling is om relevante informatie uit eerdere publicaties coherent en per thema te presenteren, zodat belangrijke informatie niet meer verspreid staat over de eerdere teksten.

  • Het is regelmatig niet duidelijk of wordt verwezen naar de wet, om de situatie te schetsen, of dat de KNMG de informatie overneemt en incorporeert in haar eigen visie. Dit schept onduidelijkheid over wat tot het professionele kader behoort en wat niet.

  • De woorden ‘mag’ en ‘kan’ worden niet altijd in juiste context gebruikt. ‘Kan’ gaat over de mogelijkheid tot iets. ‘Mag’ gaat over de morele wenselijkheid of aanvaardbaarheid dat iets gebeurt.

Op basis van bovenstaande analyse heeft de KNMG ervoor gekozen om een overkoepelend standpunt Beslissingen rond het levenseinde te maken, waarin bestaande richtlijnen worden gebundeld en enkele richtlijnen worden vervangen. Dit voorkomt een verdere stapeling van richtlijnen en geeft duidelijkheid over de geldigheid van richtlijnen.

De KNMG-documenten over euthanasie in de periode 2002-2018 zijn geanalyseerd. De analyse had als doel om overzicht te creëren in wat de KNMG door de jaren heen heeft geschreven over euthanasie bij dementie, met specifieke aandacht voor vergevorderde dementie. Op basis van vier vooraf bepaalde kernbegrippen die een rol spelen bij euthanasie bij dementie, zijn de documenten bestudeerd en vergeleken. Deze kernbegrippen zijn: lijden, communicatie, wilsonbekwaamheid en de wilsverklaring.

Conclusies
De belangrijkste conclusies uit deze analyse zijn:

  • Wanneer geen afstand wordt genomen van een eerder standpunt, is het niet duidelijk of dat standpunt nog onverminderd geldig is. Aanbeveling is om relevante informatie uit eerdere publicaties coherent en per thema te presenteren, zodat belangrijke informatie niet meer verspreid staat over de eerdere teksten.

  • Het is regelmatig niet duidelijk of wordt verwezen naar de wet, om de situatie te schetsen, of dat de KNMG de informatie overneemt en incorporeert in haar eigen visie. Dit schept onduidelijkheid over wat tot het professionele kader behoort en wat niet.

  • De woorden ‘mag’ en ‘kan’ worden niet altijd in juiste context gebruikt. ‘Kan’ gaat over de mogelijkheid tot iets. ‘Mag’ gaat over de morele wenselijkheid of aanvaardbaarheid dat iets gebeurt.

Op basis van bovenstaande analyse heeft de KNMG ervoor gekozen om een overkoepelend standpunt Beslissingen rond het levenseinde te maken, waarin bestaande richtlijnen worden gebundeld en enkele richtlijnen worden vervangen. Dit voorkomt een verdere stapeling van richtlijnen en geeft duidelijkheid over de geldigheid van richtlijnen.

BIJLAGE