1 Zie ook Handreiking niet-natuurlijke dood

Artikel 7 lid 3 Wet op de lijkbezorging.

3 In de EuthanasieCode  geven de RTE een overzicht van de wijze waarop de zorgvuldigheidseisen in de euthanasiewet worden getoetst. 

2.8 Melding en procedure

De gemeentelijk lijkschouwer stuurt het meldingsformulier met het verslag van de arts naar de betreffende RTE. Daarbij voegt hij alle relevante stukken die de arts heeft aangeleverd, zoals het relevante deel van het medisch dossier, eventuele specialistenbrieven, het eventuele schriftelijke euthanasieverzoek en het verslag van de SCEN-arts. De RTE beoordeelt binnen zes tot twaalf weken of de arts heeft voldaan aan de zorgvuldigheidseisen in de wet.3 De arts krijgt daarvan schriftelijk bericht. Als de RTE oordeelt dat is voldaan aan de zorgvuldigheidseisen, is de zaak daarmee afgedaan. Zo nodig stelt de RTE extra vragen (schriftelijk of telefonisch) of wordt de arts uitgenodigd voor een gesprek. In het geval de RTE oordeelt dat niet is voldaan aan de zorgvuldigheidseisen worden het Openbaar Ministerie en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd op de hoogte gesteld. Beide instanties kunnen dan besluiten om een nader onderzoek in te stellen. Zie voor meer informatie over de procedure de website van de RTE.

Euthanasie is strafbaar, tenzij deze wordt uitgevoerd door een arts, er voldaan is aan alle zorgvuldigheidseisen en de euthanasie is gemeld bij de gemeentelijk lijkschouwer, die deze melding doorstuurt aan de RTE.1

 Om een beroep te kunnen doen op de bijzondere strafuitsluiting is de melding bij de gemeentelijk lijkschouwer een wezenlijk onderdeel van de procedure. De arts mag na de uitvoering van de euthanasie of hulp bij zelfdoding geen verklaring van natuurlijk overlijden afgeven.2 Voor de melding bij de gemeentelijk lijkschouwer moet de arts het meldingsformulier invullen. Dit is een beredeneerd verslag aan de hand van de zorgvuldigheidseisen. De wettelijke meldplicht rust op de arts die de euthanasie daadwerkelijk heeft verricht en de euthanatica heeft toegediend. Er is altijd één arts verantwoordelijk voor de uitvoering van de euthanasie. Alleen deze arts dient de melding te doen bij de gemeentelijk lijkschouwer.

Melden is belangrijk omdat de arts op die manier verantwoording aflegt over het bijzonder medisch handelen dat euthanasie is. Het maakt de besluitvorming en het handelen van de arts transparant en toetsbaar. Daarbij is het van belang dat de verslaglegging door de arts van goede kwaliteit is. De arts moet beargumenteerd aangeven welke overwegingen tot het besluit hebben geleid om euthanasie uit te voeren.

Het is verstandig dat de arts tijdig bij de gemeentelijk lijkschouwer aankondigt dat hij bij een patiënt euthanasie gaat uitvoeren. De lijkschouwer kan er dan rekening mee houden en tijd vrijmaken op het tijdstip van de euthanasie. Dit voorkomt dat de uitvoerend arts en de naasten lang moeten wachten tot de lijkschouwer is gearriveerd.



1 Zie ook Handreiking niet-natuurlijke dood

Artikel 7 lid 3 Wet op de lijkbezorging.

3 In de EuthanasieCode  geven de RTE een overzicht van de wijze waarop de zorgvuldigheidseisen in de euthanasiewet worden getoetst. 

De gemeentelijk lijkschouwer stuurt het meldingsformulier met het verslag van de arts naar de betreffende RTE. Daarbij voegt hij alle relevante stukken die de arts heeft aangeleverd, zoals het relevante deel van het medisch dossier, eventuele specialistenbrieven, het eventuele schriftelijke euthanasieverzoek en het verslag van de SCEN-arts. De RTE beoordeelt binnen zes tot twaalf weken of de arts heeft voldaan aan de zorgvuldigheidseisen in de wet.3 De arts krijgt daarvan schriftelijk bericht. Als de RTE oordeelt dat is voldaan aan de zorgvuldigheidseisen, is de zaak daarmee afgedaan. Zo nodig stelt de RTE extra vragen (schriftelijk of telefonisch) of wordt de arts uitgenodigd voor een gesprek. In het geval de RTE oordeelt dat niet is voldaan aan de zorgvuldigheidseisen worden het Openbaar Ministerie en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd op de hoogte gesteld. Beide instanties kunnen dan besluiten om een nader onderzoek in te stellen. Zie voor meer informatie over de procedure de website van de RTE.

Euthanasie is strafbaar, tenzij deze wordt uitgevoerd door een arts, er voldaan is aan alle zorgvuldigheidseisen en de euthanasie is gemeld bij de gemeentelijk lijkschouwer, die deze melding doorstuurt aan de RTE.1

 Om een beroep te kunnen doen op de bijzondere strafuitsluiting is de melding bij de gemeentelijk lijkschouwer een wezenlijk onderdeel van de procedure. De arts mag na de uitvoering van de euthanasie of hulp bij zelfdoding geen verklaring van natuurlijk overlijden afgeven.2 Voor de melding bij de gemeentelijk lijkschouwer moet de arts het meldingsformulier invullen. Dit is een beredeneerd verslag aan de hand van de zorgvuldigheidseisen. De wettelijke meldplicht rust op de arts die de euthanasie daadwerkelijk heeft verricht en de euthanatica heeft toegediend. Er is altijd één arts verantwoordelijk voor de uitvoering van de euthanasie. Alleen deze arts dient de melding te doen bij de gemeentelijk lijkschouwer.

Melden is belangrijk omdat de arts op die manier verantwoording aflegt over het bijzonder medisch handelen dat euthanasie is. Het maakt de besluitvorming en het handelen van de arts transparant en toetsbaar. Daarbij is het van belang dat de verslaglegging door de arts van goede kwaliteit is. De arts moet beargumenteerd aangeven welke overwegingen tot het besluit hebben geleid om euthanasie uit te voeren.

Het is verstandig dat de arts tijdig bij de gemeentelijk lijkschouwer aankondigt dat hij bij een patiënt euthanasie gaat uitvoeren. De lijkschouwer kan er dan rekening mee houden en tijd vrijmaken op het tijdstip van de euthanasie. Dit voorkomt dat de uitvoerend arts en de naasten lang moeten wachten tot de lijkschouwer is gearriveerd.



2.8 Melding en procedure