1.4 Niet starten of staken van een medisch zinloze behandeling
De arts moet op een zorgvuldige wijze tot het besluit komen dat een behandeling medisch zinloos is en daarom niet ingezet of voortgezet moet worden. Dat impliceert dat er bij een teambehandeling overleg moet plaatsvinden in het behandelteam. Ook moet bij voorkeur – en in geval van twijfel altijd – overleg plaatsvinden met één of meer collega’s die niet bij de behandeling zijn betrokken. De KNMG heeft een ethische toolkit ontwikkeld die behulpzaam kan zijn bij het maken van een zorgvuldige afweging.
Het niet starten of staken van een behandeling die als medisch zinloos wordt beoordeeld, is normaal medische handelen. Als een patiënt vervolgens overlijdt ten gevolge van de onderliggende aandoening, is er sprake van een natuurlijke dood.
Er zijn situaties waarin (doorgaan met) behandelen vanuit medisch perspectief zinloos handelen is. In dat geval dient de arts de behandeling niet te starten of te staken. Het is namelijk de plicht van de arts om van medisch zinloos handelen af te zien.
Er is sprake van medisch zinloos handelen als:
- het te verwachten effect van de behandeling onvoldoende is (effectiviteit);
- er geen redelijke verhouding meer is tussen het beoogde doel en de daarvoor in te zetten middelen (proportionaliteit); of
- het niet meer mogelijk is om een beoogd minimumniveau van functioneren te bereiken.
Regelmatig is er sprake van een grijs gebied, waarin discussie met de patiënt of diens naasten kan ontstaan over de vraag of er sprake is van medisch zinloos handelen. Het oordeel over medisch zinloos handelen is uiteindelijk een medisch-professioneel oordeel en het is de plicht van de arts om van medisch zinloos handelen af te zien. Een patiënt en/of diens naasten kunnen niet eisen dat de arts handelingen uitvoert die medisch zinloos zijn. De arts zal uiteraard wel altijd met de patiënt (of zijn vertegenwoordiger) overleggen en hem informeren en bijstaan.
De arts moet op een zorgvuldige wijze tot het besluit komen dat een behandeling medisch zinloos is en daarom niet ingezet of voortgezet moet worden. Dat impliceert dat er bij een teambehandeling overleg moet plaatsvinden in het behandelteam. Ook moet bij voorkeur – en in geval van twijfel altijd – overleg plaatsvinden met één of meer collega’s die niet bij de behandeling zijn betrokken. De KNMG heeft een ethische toolkit ontwikkeld die behulpzaam kan zijn bij het maken van een zorgvuldige afweging.
Het niet starten of staken van een behandeling die als medisch zinloos wordt beoordeeld, is normaal medische handelen. Als een patiënt vervolgens overlijdt ten gevolge van de onderliggende aandoening, is er sprake van een natuurlijke dood.
Er zijn situaties waarin (doorgaan met) behandelen vanuit medisch perspectief zinloos handelen is. In dat geval dient de arts de behandeling niet te starten of te staken. Het is namelijk de plicht van de arts om van medisch zinloos handelen af te zien.
Er is sprake van medisch zinloos handelen als:
- het te verwachten effect van de behandeling onvoldoende is (effectiviteit);
- er geen redelijke verhouding meer is tussen het beoogde doel en de daarvoor in te zetten middelen (proportionaliteit); of
- het niet meer mogelijk is om een beoogd minimumniveau van functioneren te bereiken.
Regelmatig is er sprake van een grijs gebied, waarin discussie met de patiënt of diens naasten kan ontstaan over de vraag of er sprake is van medisch zinloos handelen. Het oordeel over medisch zinloos handelen is uiteindelijk een medisch-professioneel oordeel en het is de plicht van de arts om van medisch zinloos handelen af te zien. Een patiënt en/of diens naasten kunnen niet eisen dat de arts handelingen uitvoert die medisch zinloos zijn. De arts zal uiteraard wel altijd met de patiënt (of zijn vertegenwoordiger) overleggen en hem informeren en bijstaan.
1.4 Niet starten of staken van een medisch zinloze behandeling