Checklist wilsverklaringen

De belangrijkste aandachtspunten bij wilsverklaringen op een rij.

1 Artikel 7:450 lid 3 BW.

2 Artikel 7:465 lid 3 BW.

3 Artikel 7:465 lid 5 BW.

4 Artikel 7:450 lid 3 BW.

 5 Het maakt in principe geen verschil of iemand een papieren schriftelijke wilsverklaring heeft of dat hij de wilsverklaring bijvoorbeeld in penningvorm aan een ketting draagt. Ook een niet-reanimerenpenning is een negatieve wilsverklaring.

1.5 Wilsverklaringen

Een schriftelijke wilsverklaring is een verklaring die door de ter zake wilsbekwame patiënt is opgesteld voor het geval hij in de toekomst wilsonbekwaam ter zake wordt. Als de patiënt nog wilsbekwaam is, kan de wilsverklaring een belangrijk gespreksdocument voor arts en patiënt zijn, maar is de actuele wil van de patiënt altijd leidend.

Er zijn verschillende soorten wilsverklaringen zoals de negatieve wilsverklaring, de positieve wilsverklaring en de schriftelijke volmacht.

Negatieve wilsverklaring
In een negatieve wilsverklaring beschrijft een patiënt wat hij in een bepaalde situatie niet meer aan zorg of behandeling wenst te ontvangen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om reanimatie of een andere levensverlengende behandeling. De wet bepaalt dat een op schrift gestelde weigering van een bepaalde (be)handeling of verzorging moet worden gerespecteerd. Dit is in lijn met de algemene regel dat een behandeling niet mag plaatsvinden zonder toestemming.

Bij ‘gegronde redenen’ mag een arts van een negatieve wilsverklaring afwijken.1 Bijvoorbeeld bij onduidelijkheid over de echtheid, de ondertekening of inhoud van de wilsverklaring. Ook medische ontwikkelingen kunnen de wilsverklaring achterhaald maken. Overigens behoudt de arts bij een negatieve wilsverklaring de plicht om, in overleg met de vertegenwoordiger van de patiënt, eventueel lijden zo adequaat mogelijk te verlichten.

Positieve wilsverklaring 
In een positieve wilsverklaring verzoekt een patiënt de arts om bepaalde handelingen uit te voeren of om een behandeling in te stellen of voort te zetten. Een patiënt kan bijvoorbeeld opschrijven dat hij in een bepaalde situatie geopereerd wil worden of behandeld wil worden met antibiotica. De arts is niet verplicht om een positieve schriftelijke wilsverklaring na te volgen en moet deze zelfs negeren als hij daarmee afwijkt van de medisch-professionele standaard. De arts is ook niet verplicht om de verklaring na te leven als het handelen waartoe de wilsverklaring oproept, medisch zinloos is. De positieve schriftelijke wilsverklaring is, met andere woorden, een niet-bindend verzoek aan de arts.

Een schriftelijk euthanasieverzoek is een bijzondere vorm van een positieve wilsverklaring die is geregeld in artikel 2 lid 2 van de euthanasiewet. Met een schriftelijk euthanasieverzoek is euthanasie niet zonder meer geregeld. Dit verzoek geeft ook geen recht op euthanasie. Zie voor meer informatie over het schriftelijk euthanasieverzoek paragraaf 2.7.1.

Vertegenwoordiging bij wilsonbekwaamheid 
Als een patiënt niet (meer) in staat is om toestemming te geven voor een behandeling of andere zorg (‘wilsonbekwaam ter zake is’), zal hij vertegenwoordigd moeten worden door een andere persoon. Heeft de patiënt, ten tijde van wilsbekwaamheid, een schriftelijke wilsverklaring opgesteld? Dan is die verklaring voor zowel de vertegenwoordiger als voor de arts leidend bij de te verlenen zorg.

De Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO)2 hanteert de volgende rangorde voor wie in aanmerking komt als vertegenwoordiger van een meerderjarige wilsonbekwame patiënt: 

  1.  een curator of mentor (door de rechter benoemd);
  2.  een schriftelijk gemachtigde door de patiënt;
  3.  een echtgenoot, geregistreerd partner of andere levensgezel;
  4.  een ouder, kind, broer, zus, grootouder of kleinkind van de patiënt.

Komen er meerdere personen binnen dezelfde groep in aanmerking, dan moeten zij een persoon uit hun midden kiezen. Komen zij er onderling niet uit, dan is het uiteindelijk de arts die de vertegenwoordiger aanwijst of een verzoek indient bij de rechtbank voor het aanstellen van een mentor.

De vertegenwoordiger behoort zich te gedragen als een ‘goed vertegenwoordiger’.3 Als de persoonlijke voorkeur van de vertegenwoordiger in strijd is met het evidente belang van de patiënt, dan moet de arts een beslissing van een vertegenwoordiger naast zich neerleggen als hij, door deze beslissing op te volgen, niet zou handelen als goed hulpverlener. De hulpverlener behoort in overeenstemming met de professionele standaard te handelen. Het is daarbij de professionele verantwoordelijkheid van de hulpverlener om soms ook af te wijken van het oordeel van de vertegenwoordiger.

Omdat euthanasie een persoonlijke beslissing van de patiënt is, mag een euthanasieverzoek niet  namens een ander, bijvoorbeeld door de vertegenwoordiger van de patiënt, worden gedaan.

Geldigheid wilsverklaring 
Een schriftelijke wilsverklaring is alleen geldig als de patiënt wilsbekwaam was op het moment van het opstellen van de wilsverklaring en als de verklaring voorzien is van een naam, datum en handtekening.4 Verder dient de patiënt 16 jaar of ouder te zijn.5 Om er voor te zorgen dat er voor de arts geen twijfel ontstaat over de bedoelingen van de patiënt, helpt het als de patiënt de wensen en de specifieke situaties waarvoor die gelden, zo veel mogelijk in eigen woorden omschrijft. Het behoort tot de professionele verantwoordelijkheid van de arts om eventuele onduidelijkheden in de verklaring direct met de patiënt te bespreken en in gesprek te blijven  met de patiënt over diens wilsverklaring(en). Uit de praktijk blijkt dat de wensen van de patiënt kunnen veranderen, zeker in de laatste levensfase. Afhankelijk van de vraag of de wensen veranderd zijn, is het van belang om de verklaring te bestendigen of te actualiseren. 

 De arts bewaart de schriftelijke wilsverklaring in het medisch dossier van de patiënt, door deze te scannen en beveiligd op te slaan in het dossier. De arts kan vervolgens de originele wilsverklaring vernietigen of teruggeven aan de patiënt.

Checklist wilsverklaringen

De belangrijkste aandachtspunten bij wilsverklaringen op een rij.

1 Artikel 7:450 lid 3 BW.

2 Artikel 7:465 lid 3 BW.

3 Artikel 7:465 lid 5 BW.

4 Artikel 7:450 lid 3 BW.

 5 Het maakt in principe geen verschil of iemand een papieren schriftelijke wilsverklaring heeft of dat hij de wilsverklaring bijvoorbeeld in penningvorm aan een ketting draagt. Ook een niet-reanimerenpenning is een negatieve wilsverklaring.

Een schriftelijke wilsverklaring is een verklaring die door de ter zake wilsbekwame patiënt is opgesteld voor het geval hij in de toekomst wilsonbekwaam ter zake wordt. Als de patiënt nog wilsbekwaam is, kan de wilsverklaring een belangrijk gespreksdocument voor arts en patiënt zijn, maar is de actuele wil van de patiënt altijd leidend.

Er zijn verschillende soorten wilsverklaringen zoals de negatieve wilsverklaring, de positieve wilsverklaring en de schriftelijke volmacht.

Negatieve wilsverklaring
In een negatieve wilsverklaring beschrijft een patiënt wat hij in een bepaalde situatie niet meer aan zorg of behandeling wenst te ontvangen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om reanimatie of een andere levensverlengende behandeling. De wet bepaalt dat een op schrift gestelde weigering van een bepaalde (be)handeling of verzorging moet worden gerespecteerd. Dit is in lijn met de algemene regel dat een behandeling niet mag plaatsvinden zonder toestemming.

Bij ‘gegronde redenen’ mag een arts van een negatieve wilsverklaring afwijken.1 Bijvoorbeeld bij onduidelijkheid over de echtheid, de ondertekening of inhoud van de wilsverklaring. Ook medische ontwikkelingen kunnen de wilsverklaring achterhaald maken. Overigens behoudt de arts bij een negatieve wilsverklaring de plicht om, in overleg met de vertegenwoordiger van de patiënt, eventueel lijden zo adequaat mogelijk te verlichten.

Positieve wilsverklaring 
In een positieve wilsverklaring verzoekt een patiënt de arts om bepaalde handelingen uit te voeren of om een behandeling in te stellen of voort te zetten. Een patiënt kan bijvoorbeeld opschrijven dat hij in een bepaalde situatie geopereerd wil worden of behandeld wil worden met antibiotica. De arts is niet verplicht om een positieve schriftelijke wilsverklaring na te volgen en moet deze zelfs negeren als hij daarmee afwijkt van de medisch-professionele standaard. De arts is ook niet verplicht om de verklaring na te leven als het handelen waartoe de wilsverklaring oproept, medisch zinloos is. De positieve schriftelijke wilsverklaring is, met andere woorden, een niet-bindend verzoek aan de arts.

Een schriftelijk euthanasieverzoek is een bijzondere vorm van een positieve wilsverklaring die is geregeld in artikel 2 lid 2 van de euthanasiewet. Met een schriftelijk euthanasieverzoek is euthanasie niet zonder meer geregeld. Dit verzoek geeft ook geen recht op euthanasie. Zie voor meer informatie over het schriftelijk euthanasieverzoek paragraaf 2.7.1.

Vertegenwoordiging bij wilsonbekwaamheid 
Als een patiënt niet (meer) in staat is om toestemming te geven voor een behandeling of andere zorg (‘wilsonbekwaam ter zake is’), zal hij vertegenwoordigd moeten worden door een andere persoon. Heeft de patiënt, ten tijde van wilsbekwaamheid, een schriftelijke wilsverklaring opgesteld? Dan is die verklaring voor zowel de vertegenwoordiger als voor de arts leidend bij de te verlenen zorg.

De Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO)2 hanteert de volgende rangorde voor wie in aanmerking komt als vertegenwoordiger van een meerderjarige wilsonbekwame patiënt: 

  1.  een curator of mentor (door de rechter benoemd);
  2.  een schriftelijk gemachtigde door de patiënt;
  3.  een echtgenoot, geregistreerd partner of andere levensgezel;
  4.  een ouder, kind, broer, zus, grootouder of kleinkind van de patiënt.

Komen er meerdere personen binnen dezelfde groep in aanmerking, dan moeten zij een persoon uit hun midden kiezen. Komen zij er onderling niet uit, dan is het uiteindelijk de arts die de vertegenwoordiger aanwijst of een verzoek indient bij de rechtbank voor het aanstellen van een mentor.

De vertegenwoordiger behoort zich te gedragen als een ‘goed vertegenwoordiger’.3 Als de persoonlijke voorkeur van de vertegenwoordiger in strijd is met het evidente belang van de patiënt, dan moet de arts een beslissing van een vertegenwoordiger naast zich neerleggen als hij, door deze beslissing op te volgen, niet zou handelen als goed hulpverlener. De hulpverlener behoort in overeenstemming met de professionele standaard te handelen. Het is daarbij de professionele verantwoordelijkheid van de hulpverlener om soms ook af te wijken van het oordeel van de vertegenwoordiger.

Omdat euthanasie een persoonlijke beslissing van de patiënt is, mag een euthanasieverzoek niet  namens een ander, bijvoorbeeld door de vertegenwoordiger van de patiënt, worden gedaan.

Geldigheid wilsverklaring 
Een schriftelijke wilsverklaring is alleen geldig als de patiënt wilsbekwaam was op het moment van het opstellen van de wilsverklaring en als de verklaring voorzien is van een naam, datum en handtekening.4 Verder dient de patiënt 16 jaar of ouder te zijn.5 Om er voor te zorgen dat er voor de arts geen twijfel ontstaat over de bedoelingen van de patiënt, helpt het als de patiënt de wensen en de specifieke situaties waarvoor die gelden, zo veel mogelijk in eigen woorden omschrijft. Het behoort tot de professionele verantwoordelijkheid van de arts om eventuele onduidelijkheden in de verklaring direct met de patiënt te bespreken en in gesprek te blijven  met de patiënt over diens wilsverklaring(en). Uit de praktijk blijkt dat de wensen van de patiënt kunnen veranderen, zeker in de laatste levensfase. Afhankelijk van de vraag of de wensen veranderd zijn, is het van belang om de verklaring te bestendigen of te actualiseren. 

 De arts bewaart de schriftelijke wilsverklaring in het medisch dossier van de patiënt, door deze te scannen en beveiligd op te slaan in het dossier. De arts kan vervolgens de originele wilsverklaring vernietigen of teruggeven aan de patiënt.

1.5 Wilsverklaringen